Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

21-12-2024: Het houdt niet op....... niet vanzelf......

Publicatiedatum: 21-12-2024

Vandaag heb ik een aangetekende brief opgehaald bij het PostNL-punt. De brief is afkomstig van - uiteraard - de Belastingdienst, Directie MKB Groningen/Emmen (regiodirecteur MKB W.P. v** d** M*** himself) en gaat wéér over deze website. De regiodirecteur MKB heeft mijn website kennelijk grondig bestudeerd en vond nog wat zaken die hem niet welgevallig waren, namelijk vermeldingen van óf voornamen, óf achternamen, óf initialen en verzoekt mij om deze te verwijderen en verwijderd te houden. Deze keer geen dreigementen en géén ordemaatregel. Kennelijk is het nog even wennen dat dat niet meer onder de vlag van Belastingdienst/CMA mag.

De brief is gedateerd op 19-12-2024, de bezorgpoging van 20-12-2024 is mislukt waarna de brief naar een PostNL-punt is gebracht, alwaar ik hem volgens de kennisgeving - yeahhhh...... dit is zo ongeveer de 1e keer in 2 jaar tijd dat dát eindelijk een keer wél goed gaat! - vanaf vandaag kon ophalen.

De regiodirecteur MKB verzoekt mij "binnen zeven dag" na dagtekening van zijn brief de verwijderingen te bevestigen. Termijnen vangen aan op de dag ná ontvangst. Dus moet ik "binnen zeven dag", gerekend vanaf morgen (22-12-2024) reageren. Oh nee, hij verzóekt mij om te reageren, het hóeft dus niet ;-). De reactietermijn eindigt op 28-12-2024 en dat is een zaterdag. Dus wordt de reactietermijn verlengd naar de eerstvolgende werkdag, zijnde 30-12-2024. Maar ik ben de beroerdste niet en omdat ik nog een heel klein beetje energie over heb vandaag, klim ik direct maar in de pen/achter de laptop.

Belastingdienst / Directie Midden- en Kleinbedrijf
T.a.v. de heer W.P. v** d** M***
Postbus 418
9700 AK GRONINGEN


Datum : 21 december 2024


Kenmerk : 2024-belastingdienst-021
Uw kenmerk : ******


Onderwerp : Reactie op uw brief van 19-12-2024, door mij ontvangen op 21-12-2024


Geachte heer V** d** M***,

Laat ik u op de eerste plaats hartelijk danken voor uw aangetekende brief van 19-12-2024, welke op 20-12-2024 helaas niet door PostNL kon worden bezorgd waardoor deze naar een PostNL-locatie is gebracht. Daar is de betreffende brief op 21-12-2024 bezorgd (screenshot aanwezig) en door mij op 21-12-2024 afgehaald (screenshot aanwezig).

Tevens dank ik u voor uw interesse in mijn website www.genaaiddoordebelastingdienst.nl en de minutieuze wijze waarop u deze heeft doorgespit danwel heeft laten doorspitten om de in uw ogen onterechte vermeldingen te benoemen, met het oogpunt deze door mij te laten aanpassen. Ik ben blij dat u, net als ik, de waarde erkent van de vrijheid van meningsuiting. U schrijft dat u van mening bent dat het niet noodzakelijk is om de persoonsgegevens van medewerkers openbaar te maken om mijn boodschap over te brengen aan mijn publiek. Daarbij verwijst u naar artikel 6 AVG en een tweetal gerechtelijke uitspraken.

In reactie hierop wil ik u er allereerst op wijzen dat de door u genoemde website weliswaar openbaar toegankelijk is, maar dat deze – gezien de bezoekersstatistieken – uitsluitend of nagenoeg uitsluitend wordt bezocht door medewerkers van de Belastingdienst (en eventueel door medewerkers van instanties aan wie zij de website kenbaar hebben gemaakt). Zoals ik op 17-12-2024 al aan uw collega K******* heb laten weten, ben ik blij dat ik in ieder geval één trouwe volger van mijn website heb. Uit uw brief maak ik op dat u de tweede trouwe volger bent, waarvoor mijn dank. Hoe vaker uw collega’s mijn website bezoeken, hoe interessanter deze voor Google zal worden.

Daarbij merk ik (nogmaals) op dat ik de Belastingdienst bewust zélf de link naar de website heb verstrekt, om u (en uw collega’s) in de gelegenheid te stellen om al hetgeen u mij heeft aangedaan, in der minne te schikken. Helaas is dat tot op heden nog steeds niet gebeurd en dwingt mij dat ertoe om te blijven procederen én te publiceren. Ondertussen heeft de rechtbank op 17-12-2024 jl. voor de 7e keer een dwangsom aan mij toegekend, wegens niet tijdig beslissen. Ik begrijp de frustraties die deze meest recente dwangsom bij u en uw collega’s teweeg heeft gebracht en zal u dan ook niet kwalijk nemen dat u deze frustratie hebt afgereageerd door mij maar weer eens lastig te vallen met opmerkingen over mijn website. Heel slim van u, dat u hebt gewacht tot ná de beide zittingen van 17-12-2024 en 19-12-2024, zodat ik uw brief niet meer kon inbrengen in deze procedures.

Vervolgens wijs ik u graag op een aantal zaken in relatie tot de door u aangehaalde uitspraak ECLI:NL:GHDHA:2022:1499.
- Ik vind het denk ik best wel een eer dat u mijn website vergelijkt met hetgeen er rondom [naam] van de familie [familienaam] heeft gespeeld, temeer daar ik met mijn website nog geen enkele publieke belangstelling heb getracht te trekken daar waar de familie [familienaam] en hun advocaat dat natuurlijk wél op grootse wijze hebben gedaan.
- In deze uitspraak wordt nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen ambtenaren werkzaam in een niet-bestuurlijke functie en ambtenaren werkzaam in een bestuurlijke functie. Namen van ambtenaren werkzaam in een niet-bestuurlijke mogen volgens deze uitspraak niet worden vermeld. In het midden wordt gelaten of het vermelden van initialen wél is toegestaan, ik stel mij op het standpunt dat dit wél is toegestaan en gezien de inhoud van uw brief deelt u dit standpunt, anders was uw lijst met opmerkingen wel langer geweest. Namen van ambtenaren werkzaam in een bestuurlijke functie mogen volgens deze uitspraak wél worden vermeld. En dáár zit nu precies het probleem….. de personen die u noemt (N. M******, H.N.A. v** R*** en W.P. v** d** M*** – deze laatste bent u natuurlijk zélf ;-) ) zijn allen werkzaam in een bestuurlijke functie en zijn, doordat hun benoemingen op de website van de Algemene Bestuursdienst (www.algemenebestuursdienst.nl) zijn gepubliceerd, in die hoedanigheid aan het publiek gepresenteerd en daarmee in de publiciteit getreden. Dat maakt dat hun namen zelfs volledig genoemd mogen worden, dus voornaam, achternaam, initialen….. álles.

Op deze plaats laat ik u weten dat ik, voor zover voornamen of achternamen voluit waren vermeld op mijn website, deze heb teruggebracht tot initialen. Dat heb ik gedaan omdat ik mijn website niet heb gelanceerd met de intentie tot ‘naming and shaming’, maar om de gang van zaken bij de Belastingdienst aan de orde te stellen. Ik acht het niet noodzakelijk om op dit moment verdere restricties aan te brengen en zal u hierna uitleggen waaróm niet.

In diverse procedures die ik heb gevoerd bij de rechtbank, hebben uw medewerkers zich schuldig gemaakt aan leugens, aan ‘naming and shaming’ en aan onrechtmatig handelen. Tot op heden is niets van dit alles gerectificeerd. Ik ben van mening dat het ambtenaren, gezien de door hen naar aanleiding van hun indiensttreding afgelegde eed of belofte, niet is toegestaan om bewuste leugens te verspreiden, danwel bewuste verdraaiingen van feiten te verspreiden, danwel onrechtmatig te handelen, met het doel om burgers tegenover de rechtbank in een kwaad daglicht te stellen en op die manier te voorkomen dat burgers procedures kunnen winnen. Toch is dat herhaaldelijk gebeurd.

Met betrekking tot de e-mail van 27-06-2023 van J.G. K****** hebben uw (boze) collega’s K******* en B*** in de zitting van 17-12-2024 getracht de vooringenomenheid van J.G. K****** te betwisten. Zij zullen u ongetwijfeld hebben laten weten wat de reactie van de rechter was: “Maar het staat er wél!”, waarbij zij de zin “U heeft gelijk dat de manier waarop ik de bezwaren 2016/2017 en ook 2018 heb aangepakt mede is ingegeven door het beeld dat ik op dat moment van u had” nogmaals benadrukte. In alle toekomstige procedures zal ik de e-mail van 27-06-2023 van J.G. K******, de reactie van de rechter, alsook de terugkoppeling van Inspectie btd (inclusief de e-mail van de heer H********* van 12-12-2024) betrekken. De terugkoppeling van Inspectie btd spreekt immers uitdrukkelijk van de verschillende directies waaronder CMA en MKB vallen en van het feit dat doorkruizing van mandaten en bevoegdheden op gespannen voet staat met de rechtsbeginselen. Zoals u ongetwijfeld óók hebt vernomen, heeft Inspectie btd dit ‘doorkruizen van mandaten en bevoegdheden’ naar mij toe expliciet uitgelegd als misbruik van bevoegdheden. En dat laatste is met name genoemd als ambtsmisdrijf. Tevens heeft Inspectie btd expliciet benoemd dat MKB het advies van CMA niet heeft opgevolgd, met als risico een verdere escalatie in het dossier. Samengevat: MKB Groningen/Emmen (i.c. het duo K****** & V** R***) misbruikte haar bevoegdheden door uit naam van CMA, ongehinderd door enige kennis op dit specifieke vakgebied, een zelfbedachte ordemaatregel aan mij op te leggen. Een brief namens CMA die niet de inhoud bevatte die CMA heeft geadviseerd. Een valse brief derhalve. En dát kwalificeert als valsheid in geschrifte. En valsheid in geschrifte kwalificeert vervolgens óók weer als ambtsmisdrijf.

Vooringenomenheid bij het behandelen (lees: afwijzen van) van bezwaarschriften, om onder de door de rechtbank opgelegde aanvullende dwangsom uit te komen. En vervolgens diezelfde vooringenomenheid waarmee het advies van CMA terzijde is geschoven en onder de naam van CMA een mij een ordemaatregel is opgelegd. Sja…. ik vind daar wat van…… dus vandaar dat ik mijn website vanaf dat moment langzamerhand ben gaan vullen. En omdat Inspectie btd heeft aangegeven dat ik lang niet de enige ben, maar wél één van de weinigen die het zo ver heeft geschopt in de strijd tegen de Belastingdienst, is die website zó belangrijk. Een website die mijn eigen verhaal vertelt, maar die óók de verhalen gaat vertellen van andere gedupeerde burgers en bedrijven. Maar óók een website waarop ik zal gaan aangeven wat mijn ideeën zijn om voor de toekomst te kunnen voorkomen dat nieuwe Toeslagenaffaires, groot danwel klein, kunnen gaan ontstaan.

U schrijft dat de Belastingdienst veel waarde hecht aan een zorgvuldige en respectvolle omgang met persoonsgegevens. Ik laat u op deze plaats nogmaals weten dat ik veel waarde hecht aan een respectvolle behandeling door de Belastingdienst, welke behandeling in de afgelopen jaren – zoals u weet – ernstig tekort is geschoten. Ook dát is een reden geweest dat ik mijn website heb gelanceerd. Voor de pakkende domeinnaam gaat mijn dank nog steeds uit naar uw collega die riep “Linksom of rechtsom, u probeert de Belastingdienst te naaien!”, alvorens ze de telefoon er op smeet.

In de laatste alinea van uw brief geeft u aan dat u uw brief zowel per e-mail als per post heeft verzonden. Hierbij deel ik u mede dat ik de door u verzonden e-mail NIET heb ontvangen, op géén van de mij bekende e-mailadressen. Graag verneem ik per omgaande van u naar welk e-mailadres u de betreffende e-mail hebt verzonden. Tevens ontvang ik graag per omgaande een kopie van de originele e-mail die u mij heeft gestuurd, alsmede van de verzendrapportage van de betreffende e-mail.

Ik heb u aangegeven welke wijzigingen ik heb aangebracht op mijn website én ik heb u aangegeven dat ik van mening ben dat ik daarmee veel verder ben gegaan dan strikt noodzakelijk. Dan kom ik nu op het punt waarop ik u voor de laatste maal in de gelegenheid stel om al het onrecht dat de Belastingdienst mij in de afgelopen jaren heeft aangedaan, recht te zetten. Hiervoor nodig ik u uit op 30-12-2024 a.s. om 13.30 uur of op 31-12-2024 a.s om 13.30 uur op mijn bedrijfsadres, alwaar wij verdere afspraken kunnen maken over een zeer spoedige schriftelijke bevestiging van het besprokene alsmede over een vlot uitbetalingsschema voor een volledige schadeloosstelling. Graag verneem ik uiterlijk 27-12-2024 naar welke van de genoemde data uw voorkeur uitgaat.

Indien een tijdige reactie uwerzijds uitblijft, danwel indien u mijn uitnodiging afwijst, kan ik u meedelen dat ik vanaf 01-01-2025 actief zal starten met het publiceren van het gehele dossier vanaf 2019 op mijn website, met het actief benaderen van media én politiek, alsmede met het actief promoten van mijn website. Tevens start ik na 01-01-2025 met een reeks dagvaardingsprocedures om de schade die de Belastingdienst mij heeft berokkend, te claimen. U en uw medewerkers hebben ruimschoots de gelegenheid gehad om recht te zetten wat door u en uw medewerkers krom is geslagen. Het leereffect waarover J.G. K****** in zijn e-mail van 27-06-2023 spreekt, is helaas uitgebleven. De Belastingdienst heeft sedertdien mijn dossier opnieuw ernstig laten escaleren, met alle gevolgen van dien. Dat kunt u allemaal op mijn bordje schuiven, maar u weet net zo goed als ik dat dat absoluut niet terecht is.

Om er zeker van te zijn dat u deze brief tijdig ontvangt wordt deze zowel per e-mail als per post aan u verzonden.


Hoogachtend,

De e-mail met deze brief is vanavond om 20:50 uur verzonden naar het e-mailadres van de regiodirecteur MKB. Het digitale verzendlabel is vanavond aangeschaft en de fysieke brief zal z.s.m. op een PostNL-punt worden afgegeven.

Ze konden het natuurlijk niet laten om mij nét voor de Kerstdagen nog even een signaal te geven dat ze mij nauwlettend in de gaten houden. Big Brother..... eeehhh..... Big Regiodirecteur is watching you! En die reactietermijn.... binnen 7 'dag' na 19-12-2024 oftewel uiterlijk 26-12-2024 als het aan meneer de Regiodirecteur ligt..... kennelijk gunt meneer mij niet eens een Kerstvakantie. Dus hoef ik met de reactietermijn in mijn antwoordbrief ook geen rekening te houden met zijn Kerstvakantie. Nou ja, ik laat tegenwoordig sowieso de Algemene Termijnenwet los op alle termijnen die de Belastingdienst stelt, want het gebeurt té vaak dat hun brieven pas een week na de dagtekening bezorgd worden. Dat ligt overigens veel meer aan hun eigen interne processen dan aan PostNL.